|
||||||||
Sommigen zullen de naam van deze Franse fluitist misschien kennen van de kleine lettertjes bij Aznavour of Hindi Zahra, anderen zullen hem dan weer weten meedraaien met het Orchestre National de Jazz. Feit is, dat deze 46-jarige Fransman over de jaren heen een behoorlijk indrukwekkende productiviteit heeft tentoongespreid. Langspeelfilms of kortfilms, generieken of reclamefilmpjes, gastbijdragen aan platen in de meest diverse genres, lidmaatschap van diverse groepen en gezelschappen….het staat allemaal op ’s mans curriculum. Dat hij dezer dagen tot ons komt met muziek van over de hele wereld, onder de veelzeggende titel “Babel” is, als je de loopbaan van de man in kwestie even van nabij bekijkt, niet echt verwonderlijk: hij heeft gereisd, heel veel gereisd zelfs en, typisch voor artiesten: als die reizen, leggen ze ook echt contact met de bewoners van de plaatsen waar ze naartoe gaan. In een land als Frankrijk en als lid van een gerenommeerd instituut als het Orchestre National de Jazz, kom je al makkelijker mensen van overal tegen dan wanneer je, pakweg in Zoerle Parwijs leerkracht van het vierde leerjaar bent. Mienniel heeft in de loop der jaren een verzameling fluiten van over heel de wereld aangelegd -zelf gekocht of cadeau gekregen van reizende vrienden- en nu heeft hij dus een aantal van die ontmoetingen en vriendschappen een muzikale vertaling gegeven in negen lange nummers, die samen net beneden het uur afklokken. Een instrumentale plaat van een uur? Dat vergt serieus wat inspanning van de luisteraar, maar de composities zelf zijn zodanig glashelder van kwaliteit en de begeleidende muzikanten spelen op een zodanig hoog niveau, dat het heus wel meevalt met de inspanningen, die van de luisteraar gevraagd worden: ondanks de negatieve connotatie, die wij aan Babylon en zijn spraakverwarring koppelen, is dit een plaat van een zeldzaam uitgepuurde helderheid. Naast de batterij fluiten en aanverwanten, die Mienniel zelf bespeelt, zijn er de Oud en de Qanun van de in Lyon residerende Syriër Iyad Haymour, de heel functionele contrabas van Schaarbekenaar Joachim Florent, de sitar van Pakistani Ashraf Sharif Khan -de zoon van grootmeester Muhammad Sharif Khan, die vanuit Oslo opereert, percussionist-par-excellence Antony Gatta bespeelt zowat alles waar je kunt op slaan en Stracho Temelkovski uit Grenoble kun je kennen van bij The Sound Braka of van zijn werk met Omar Sosa. Samen bespelen de heren zo’n twee dozijn instrumenten en het risico op enige kakofonie is dan nooit ver weg. ,Of erger nog: je krijgt dan soms een heel rationele, intellectualistische benadering, maar dat wordt op deze CD allemaal netjes vermeden, omdat de ontegensprekelijk aanwezige virtuuositeit nergens de muziek voor de voeten loopt. Integendeel: deze negen nummers -acht van de hand van Mienniel en eentje van Khan- klinken zo naturel, zo organisch en spontaan, dat je zou denken dat het zestal al maandenlang met dit repertoire op tournee is en na vele concert-uren pas besliste een plaat te maken. Deze plaat is een ware ontdekking, een heuse wereldreis in iets minder dan een uur en ik vraag me in gemoede af wat het zou geven, als je deze heren in een goeie zaal live zou kunnen bezig zien. Ik ben geneigd te denken dat dit tot “een gebeurtenis” zou kunnen uitgroeien. Heerlijke plaat! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||